Meditatie, 4 september
Verzoening
Bij sommige mensen stuit het kruis op weerstand, en niet alleen omdat ze niet willen erkennen dat ze fouten maken. Veel mensen vinden dat het een beeld van een nogal hardvochtige en wrede God oproept. Hoe kan God nu zo onverzoenlijk zijn dat hij de dood van zijn zoon eist, en niet op een andere manier tot vergeving kan komen? Vergeeft hij dan überhaupt wel van harte?
Deze vragen stelden middeleeuwse theologen zich al. Volgens de invloedrijke Franse twaalfde-eeuwse theoloog Peter Abelard kon het niet zo zijn dat God Jezus moest straffen om te kunnen vergeven. Als God had gewild, had hij de mensheid best kunnen vergeven zonder offer. Abelard ziet Jezus’ offer vooral als een ultieme daad van liefde. Wie ziet wat Jezus voor ons overhad, moet wel geïnspireerd raken zelf ook een liefdevol leven te leiden.
Abelard reageerde op de uitleg van de nog beroemdere geestelijke, Anselmus van Canterbury. Die zag Jezus’ dood wel degelijk als een noodzakelijk offer voor de zonden van de mens. Hoe kwam hij bij zijn interpretatie? Op zijn beurt reageerde Anselmus weer op een beeld dat gangbaar was in zijn tijd. In zijn dagen bestonden er grofweg twee interpretaties van Jezus’ dood. De belangrijkste was het idee van Christus Victor (=overwinnaar). Dit was niet echt een uitleg van hoe verzoening werkte, maar benadrukte vooral het beeld van Jezus als overwinnaar van zonde en dood. Daarnaast bestond ook het beeld van Jezus als offer of losgeld, dat eveneens wortels heeft in de Bijbel.
De vraag was alleen: een losgeld aan wie? Sommige van Anselmus’ tijdgenoten beweerden aan de duivel. Dat was volgens Anselmus absurd. God was zo machtig, dat hij aan niemand een losgeld verschuldigd was, en zeker niet aan de duivel. Als Jezus’ dood een losgeld was, dan aan God zelf. Anselmus stelde dat Jezus moest sterven omdat de mens door te zondigen Gods eer gekrenkt had. Die schending was zo groot, dat de mens het nooit meer goed kon maken: ter compensatie voor Gods eer moest hij iets groters teruggeven dan wat hij wegnam. Daarom moest de compensatie voor menselijke zonde betaald worden door iemand die zowel mens als God was: Jezus. En daarmee was het mysterie verklaard.
De reformatoren brachten de interpretatie van het offer nog een stap verder. Anselmus had gezegd, dat Jezus gestraft werd als alternatief voor onze straf. Maar hij had nooit beweerd dat Jezus werd gestraft in plaats van ons, dus dat hij de daadwerkelijke straf onderging die mensen anders voor hun zonden hadden moeten ondergaan. De reformatoren gingen wel zover. Dit ging samen met het idee dat mensen door te zondigen een schuld bij God hadden opgebouwd, die door iemand voldaan moest worden, om Gods rechtvaardigheid gerust te stellen. In gereformeerde en evangelicale kringen hoor je het nog veel: God is liefde, maar God is ook rechtvaardig. Dat betekent dat bij een schuld een betaling hoort. Het levert een beeld van zonde op als bij God in het krijt staan: elke overtreding heeft een prijs als een boete, en betekent een nieuw bedrag op het leibord waarop God de schulden van alle mensen bijhoudt. Vergeving als transactie, een schuldbetaling, of aflossing. De volgelingen van Luther en Calvijn stelden de zaken steeds scherper: de mens was tot niets goeds in staat, verdiende eeuwige straf, en God maakte maar een paar uitzonderingen door mensen uit te verkiezen. Het geloof ging draaien om zonde en eeuwig oordeel. En zo kreeg Gods liefde na verloop van eeuwen een behoorlijk ijzingwekkend randje.
Deze huiveringwekkende visie op zonde en verlossing is wel verklaard als passend in de tijd. De tijd van de Reformatie was een tijd van angst, sociale en politieke onzekerheid, en religieus fanatisme op het maniakale af. Dat zou aanleiding hebben gegeven tot dit huiveringwekkende beeld.
Voor een deel zit daar wat in. Maar het fundamentele punt ligt dieper. Het Nieuwe Testament geeft namelijk niet één sluitend beeld van wat Jezus’ dood betekent. Er is geen systematische verklaring die het allemaal precies uitlegt. Dit was een behoorlijk grote ontdekking voor mij, omdat ik dacht dat dat wel zo was. Ik realiseerde me eens te meer hoezeer je teksten leest in het perspectief dat je gewend bent. Maar als je goed kijkt, zie je inderdaad dat de verschillende evangeliën en brieven verschillende accenten leggen.
Sommige teksten leggen meer de nadruk op Jezus als overwinnaar van zonde en dood (Johannes 12:31, Kolossenzen 2:15). Andere teksten leggen de nadruk op imitatie, dus navolging van Jezus’ leven, en je laten inspireren tot het doen van het goede (1 Johannes 2:3-6). Weer andere benadrukken meer het aspect van het offer, onder andere door Jezus te linken aan Pesach en het beeld van het lam (Hebreeën 7:25-27, 1 Korinthiërs 5:7). Het is een offer niet aan iemand, maar een opoffering voor de mensheid. Ook het idee van Jezus als losgeld vinden we, maar niet van een eiser die dat vraagt (God niet en de duivel niet) (Marcus 10:45, 1 Timotheüs 2:6).
Zo leggen alle teksten verschillende accenten, en laten ruimte voor verschillende interpretaties. Geen wonder dus dat er over de precieze uitleg van de verzoeningsleer zoveel onenigheid is geweest in de geschiedenis van de kerk, en dat de emoties zo hoog opliepen. Het gaat immers om het wezenlijkste, de kern van het geloof. Steeds wanneer theologen de afgelopen eeuwen probeerden het mysterie van zonde en verzoening in een begrijpelijk schema te vatten, botsten ze met interpretaties van anderen. Zo’n schema is immers altijd een menselijk bouwwerk, al wekt het vaak de indruk compleet te zijn. Alsof verzoening samenvalt met het systeem dat je er zelf omheen hebt bedacht.
Een theologisch systeem kan het mysterie nooit bevatten, en onttrekt soms het zicht op hoe groots het mysterie is. Sommige schema’s simplificeren zelfs, en maken van verzoening een al te begrijpelijke karikatuur. Die hardvochtige ‘rechtvaardige’ God, die niet kan vergeven zonder dat er iemand gestraft wordt, lijkt me daar een van de belangrijkste en beruchtste gevolgen van, die denk ik veel schade heeft gedaan. Niet alleen omdat ik trots ben en er niet aan wil, maar vooral omdat ik denk dat je een te rigide interpretatie oplegt aan de Bijbel, als je dat erin wilt lezen. En daarnaast inderdaad ook omdat ik denk dat het schadelijk is, mensen bang maakt en Gods liefde overschaduwt met een donkere donderwolk van doodsangst.
Verzoening was te groot om te vatten voor de schrijvers van het Nieuwe Testament, en dat is het voor ons nog steeds. Met geen enkel beeld kun je er helemaal bij komen, en daarom is het mooi dat de Bijbelauteurs zoveel verschillende perspectieven geven. Het is ook niet te volgen, en ik denk dat je dichter bij het mysterie bent als je het gewoon intact laat, en niet probeert het begrijpelijk te maken met een dichtgetimmerd schema. Jezus offert zich op voor ons. Tegen het kwaad, de kille onverschilligheid van het bestaan in, terwijl juist de climax van het verhaal – zijn dood – dat allemaal lijkt te zijn. Maar daar houdt het niet op, het verhaal gaat verder met leven, betekenis en liefde. Het is niet te vatten, een mysterie, maar toch een diep teken van liefde, waar je je hoop op vestigt.
Arend Elias Oostindiër